Bergjesbos,een speelbos

Vorige zondag ben ik nog eens naar Brugge geweest . De wind was ginder in elk geval niet zo ijzig als hier aan de kust. Met zijn drietjes (twee vriendinnen en ik zelf zoals met de wandeling in Brugge zelf). We gingen wandelen in een klein stukje bos in de omgeving van het AZ St Lucas. Ook in de omgeving van dit ziekenhuis waren we al eens wandelen in de Steenbrugse bosjes.
Dat klein stukje was toch anderhalf uur wandelen. Het bosgedeelte is niet zo omvangrijk , maar we wandelden ook op brede zanderige paden en langs villa’s verborgen achter struiken en langs weiden.
Onlangs zijn er opknappingswerken geweest in het bos zelf en ook op de wandelpaden om deze wandeling aangenamer te maken . Er werden her en der banken geplaatst waar je even kan uitrusten ( tegenwoordig om een drankje of snoepje binnen te slaan 🙂 )

Officieel noemt dit stukje natuurschoon Bergjesbos . Het is oa een speelbos en eigendom van de stad Brugge. In alle speelbossen of speelzones in bossen mag je bosspelen houden en de paden verlaten. Je hoeft er geen bijzondere toelating voor te vragen. Je mag er kampen bouwen en in bomen klimmen. Maar na elke activiteit moet alles wat gebruikt en meegebracht werd voor een bosspel weer opgeruimd worden. Ideaal toch voor jeugdverenigingen !

Een afgesloten plek in het bos toont sporen van gebruik. Er zijn daar buurtfeesten ingericht geworden! Ik heb foto’s gezien dat het gezellig en lekker was! ( geen foto geplaatst wegens privacy). Wellicht mag het ook gebruikt worden door jeugdverenigingen.

we wandelden verder op de zanderige bosweg met opgedroogde sporen van slijkerige gedeelten, langs afgesloten weiden, en mooi vergezichten van groenkleurende loofbomen .

Hier en daar grote villa’s die blijkbaar betere tijden gekend hebben. Zelfs een open garage met een een dak vol kapotte shingels, en woningen met een tuin die meer dan slordig is. Gelukkig ook woningen met een prachtige inrijpoort en een residentie waar het goed wonen is in een groene omgeving.

Natuurlijk hebben we wat zitten genieten in het zonnetje op één van de nieuwe zitbanken en we beëindigden de wandeling met een goeiendag aan een drietal vaarzen die ons kwamen begroeten.

Op de achtergrond: daar trokken we het bos in om in een grote lus een heel eind verder terug op dezelfde straat uit te komen!

Een geslaagde en gezellige namiddag en we hebben daar alleszins geen last gehad van de ijzige wind !

De lange rei en Potterie rei

Toen we door de Tudorboog stapten kwamen we uit op een mooi stukje Brugge dat enigszins buiten de gouden driehoek van Brugge valt ( het centrum waar de meeste toeristen te vinden zijn).
De Lange rei en aan de overkant de Potterie rei zijn van groot belang geweest voor de economie van Brugge. Veel huizen zijn beschermd erfgoed en tonen de welvarendheid van Brugge indertijd. De tijd ontbrak om deze mooie afgewerkte gevels te fotograferen.
Hier enkele foto’s. De eerste foto is een rij mooie hedendaagse sociale woningen. Verder veel mooie gevels en gerestaureerde huizen. Een wereldbol op een dak trok de aandacht. Ik dacht seffens aan Mizzd !

De Brugse reien zijn kanaaltjes in het centrum van Brugge genoemd naar de Reie, de rivier die vroeger doorheen de stad stroomde. Omwille van de vele reitjes met boogbruggen wordt Brugge ook wel het Venetië van het Noorden genoemd. Typisch op veel reitjes zijn de zwanen en rondvaartbootjes voor toeristen.

Ter duinenbrug met zicht naar het centrum en naar de rand van de stad.

Wij stapten de ophaalbrug Ten Duinenbrug – genoemd naar de abdij Ten Duinen over en kwamen aan het Seminarie en de aanpalende Heilige Maagd Mariakerk

De Heilige Maagd Mariakerk in Brugge was de kerk van de abdij Onze-Lieve-Vrouw Ten Duinen en werd nadien de kerk van het Grootseminarie van het bisdom Brugge
Al sedert 1637 hangen zesentwintig klokken voor een beiaard in de toren , zoals werd gegrift in de grootste van die klokken

Het Grootseminarie van Brugge was het seminarie voor priesterkandidaten van het bisdom Brugge. Vanaf 1 september 2018 is de opleiding verhuisd naar het Seminarie in Leuven. Het seminarie in Brugge behoudt haar belang voor al wie benoemd wordt in het pastorale werk.  Er is ook nog een afdeling van de Universiteit van de Verenigde Naties en het Europacollega  .

Het Hospitaal van Onze-Lieve Vrouw ter Potterie was een van de middeleeuwse zorginstellingen in de stad Brugge en dateert van de 13e eeuw. Vóór de gevel van de kerk werd in 1880 een houten luifel geplaatst, speciaal voor de devotie tot Maria. Je kunt knielen op het bankje en op die manier bidden. Het beeldje van Maria staat achter glas met aan weerszijden een brandend kaarsje

foto van internet. . Ik stond er vlak voor en kon geen totaalbeeld fotograferen. Een kerk met een héél rijkelijk interieur.

Zo langzamerhand naderden we het einde van onze wandeling Als afsluiting nog een foto van een moderne reconstructie van een middeleeuwse tredkraan die een aantal jaren geleden gemaakt werd door leerlingen van een technische school in Brugge.

Een héél mooie en interessante wandeling in leuk gezelschap.

Kleine Parken in de Brugse binnenstad

Na het bekijken van de openlucht tentoonstelling op de muren van de gistfabriek, wandelden we met ons drietjes verder. Eén van de vriendinnen ging ons een tweetal parken tonen die eigenlijk enkel goed bekend zijn bij de mensen die er rondom wonen. Tussen twee huizen sloeg zij plots een oprit in. We kwamen aan een groot dubbel hek waarvan er eentje op een kier stond. Ik las het plakkaat op dit hek ” enkel open de weekends en de vakanties” Een park dat dus niet altijd te betreden was! Maar het was paasverlof en kinderen speelden er.

Toen we binnenstapten zagen we een héél grote ommuurde groene ruimte met héél oude en hoge bomen op een terp en overal struiken. Rechts zagen we ook een dubbel hek dat dus ook dezelfde tekst op het hek had.

We wandelden het ander hek uit en kwamen in nog een park terecht. Hier waren er paadjes aangelegd, was er een leuke speeltuin , liep er een beekje met een bruggetje door het park. Er was ook meer passage want het leunde aan bij een woonwijk. . Er stonden veel bomen en sommige zagen er uit alsof ze vroeger leibomen waren.

Dit park behoorde indertijd toe aan de cisterciënzersorde . Deze kloosterorden hebben hun stempel gedrukt op de omgeving, onder meer door het uitbouwen van grotere groene binnenruimten bestaande uit parkachtige tuinen, moestuinen en boomgaarden. We wandelden het park uit en gingen naar een ander park een straat verder dat de naam droeg Hof De Jonghe

Dit bijzonder stadspark is ontstaan uit twee verschillende verkavelde domeinen.
Het Hof De Jonghe is een informele naam voor de hofweide rond een boomgaard en een schapenweide. Een klein parkje werd aangelegd in 1971 op de blekerijgronden van de voormalige leerlooierij-wolwasserij .

Het Hof Campers is de verzamelnaam voor de tuinen van onder andere de directeurswoning van de marmerij Campers. Zowel de tuinen als de directeurswoning werden door de stad Brugge aangekocht in 2014 om de twee domeinen aan elkaar te koppelen.
Vanaf eind 2015 tot en met 2017 werd er druk aan de herinrichting gewerkt. Al de tuinen gingen op de schop en de weg die langs de twee domeinen liep werd heraangelegd. Op 9 september 2017 werd het park officieel heropend.

Die twee domeinen, Hof De Jonghe en Hof Campers, vormen samen een zeer bijzonder stadspark. Het ligt goed verborgen middenin een rustig stukje van de stad. Al zo’n veertig jaar is deze landelijke idylle toegankelijk voor het grote publiek, maar toch is het niet zo bekend en als je er binnenwandelt krijg je het gevoel op privé domein te lopen.

Tot voor een paar weken liepen er hier schapen rond. Waar die nu zijn ? Misschien op wandel langs de Damse Vaart met de herder. Er mogen enkel schapen op deze weide grazen met toestemming van de stad die een schapenkweker heeft aangeduid.

Moesten we op onze stappen terugkeren ? Neen langs een smalle gang wandel je hier recht naar de Lange rei toe onder een poort in Tudorboogstijl. Ik denk niet dat er hier auto’s binnen mogen of kunnen. Maar alle huizen die je ziet hebben zicht op al dat groen en mogen er vrij gebruik van maken. Zoals je bij de huizen ziet stappen ze via hun achterdeur op een grasveld. De groene stoelen die in deze Hof staan mogen ook vrij gebruikt worden( In andere parken staan ook dergelijke groene stoelen geplaatst door de stad Brugge). Het fruit van de fruitbomen in de schapenweide mogen door de bewoners die rondom wonen geplukt worden . De stad verwittigt hen als er mag geplukt worden.

en we wandelden nog verder…

Tentoonstelling in openlucht

Vrijdag ben ik  samen met twee vriendinnen gaan wandelen in Brugge.  We gingen eerst een openlucht tentoonstelling bekijken.

Eind vorig jaar lanceerde Cultuurcentrum Brugge een oproep aan al wie Brugge tijdens de lockdown en in coronatijden op de gevoelige plaat vastlegde om foto’s op te sturen.
Deze oproep bleek een groot succes: 244 Bruggelingen zonden in totaal 663 foto’s in! De jury selecteerde 60 foto’s en die zijn nu sedert 13 maart aan de muur van de DuPont-fabriek (de ‘Gistfabriek’ in de volksmond) gelegen aan de Komvest te zien . Het is verbazend te zien hoe deze fotografen Brugge zien in coronatijd. Je kunt langs de fotomuur wandelen In een grasveldje ervoor waren de narcissen al uitgebloeid( moet prachtig geweest zijn met de foto’s als achtergrond ).Een rij bomen gaven grillige takkenschaduwen op de muur en dus ook op de foto’s.

Ik heb er een aantal gefotografeerd die mij aanspraken. Kijk je even mee?

 

De muur waarop de 60 foto’s hangen. Geen enkele foto kon ik gaaf fotograferen door de schaduw van de takken van de bomenrij die ervoor stonden
feeërijke verlichting in de omgeving van de Dyver( in het kader van Wintergloed in december 2020.)
de vismarkt
zicht op het Van Eyckplein
Brugse zwanen
zonder woorden!

Wij waren niet alleen om deze buiten tentoonstelling te bekijken. Enkelingen en gezinnen met kinderen wandelden lans deze muur die toch niet in het toeristisch hart van Brugge ligt.
Daarna zetten wij onze wandeling verder… vervolgt.

Zwinduinen omgekeerd

Ik bedoel dat ik deze keer in omgekeerde richting door de Zwinbosjes heb gewandeld. Kleinzoon kwam een paar dagen naar Oma en ik had hem verteld van de geitenbokken die ik van ver heb gezien en van de konikpaardjes. Hij wilde daar ook eens gaan wandelen. 
We reden naar de rand van de Zwinbosjes en parkeerden de auto dichtbij een pad waar we even door een duinengebied konden wandelen( gelegen dichtbij het knuppelpad waar ik zo dikwijls gewandeld heb toen de twee kleinzoons nog jonger waren. Elke keer ze naar oma kwamen wilden ze daar wandelen. Ze vonden het altijd  leuk om op een plankenpad boven het onder water gelopen duinengebied te wandelen).

Waar we bij een vorige wandeling op dit zelfde pad een heel grote plas vonden en we aan de slijkerige rand  moesten lopen zagen we nu enkel een klein plasje . Verder stonden er veel struiken mooi in bloei en zagen we de knoppen bijna openbarsten van de duindoorn die in het najaar zo mooi rood-oranje bessen draagt. We kwamen op het pad uit waar een gedeelte voorbehouden is voor fietsers en een deel voor voetgangers. Het was druk maar genoeg ruimte voor iedereen. 

We wandelden tot we aan het draaipoortje kwamen om in de Zwinbosjes te geraken. Ik geloof dat veel wandelaars kozen voor deze weg want te voet is het nog een flink stuk wandelen tot aan de Haas van Flanagan  of nog verder tot aan het Zwinnatuurreservaat.

Ik wilde een foto van  Sébastien en toen snelde een dame toe en vroeg of ze geen foto moest maken van ons beidjes! Lief toch.

We wandelden dan verder en hopla daar stapten twee konikpaardjes  rustig door de zanderige weg en stoorden zich helemaal niet aan de wandelaars die langs hen liepen en foto’s maakten. In de struiken was een derde paardje aan het knabbelen aan de struiken. 
De geiten zag ik pas toen we al lang weer op de zeedijk wandelden. Ze lagen met een aantal in een duinpanne te zonnen. .

Blijkbaar vinden veel mensen het fijn om door dit duinengebied te kunnen wandelen. Het is redelijk groot en je loopt er elkaar niet voor de voeten.

Dichtbij de zeedijk stapten we terug door zo’n poortje en wandelden een eindje de zeedijk af en trokken dan naar het strand .

Deze plek is vooral geliefd voor “waterratten” . Twee surfersclubs zorgen dat ze aan hun trekken komen. Bij de ene was er blijkbar een les bezig en bij de andere werden catamarans op het droge gesleept ( het was al ver in de namiddag)

De werken om het strand te verhogen en te effenen waren nog volop bezig. Bij de winterstormen heeft de ene surfclub veel schade geleden . Daarom waren ze bezig met zand aan te voeren en te verhogen. Ik las in de plaatselijke krant dat het zand vrijgekomen bij de werken aan het Albertplein ( place m’as tu vu ) voor de bouw van ondergrondse garages overgebracht werd naar het strand vlak vòòr deze surfclub. Het werd daar ter plaatse met zeewater gezeefd en dan op het strand uitgestort. Ik kon er niet dichterbij komen.( klik de foto’s aan )

De Zwinduinen

Na een paar dagen winterse toestanden kwam er vrijdag  een dag met héél mooi weer om te wandelen. Tegenwoordig is het zo dat je de dag moet plukken als het weer het toelaat. Dus de auto genomen , vriendin ingeladen en naar zee. We zouden wel zien als de wind daar te koud was. Dan kozen we wel voor iets verder van zee af. Maar het viel opperbest mee.

We startten de wandeling aan de Lekkerbek: Het verste strand richting Zwin. Daar rijden er geen auto’s . Het rijk is aan de wandelaars en fietsers. We moesten er wel de talloze go-carts bij nemen. En dat waren allemaal go-carts voor een 8 à 10 personen. Volgens mij waren het jeugdbewegingen die met jonge “gasten” op stap waren. Aan het lawaai te oordelen genoten ze volop. Wij maakten géén lawaai maar genoten ook. 😉

Op bepaalde plaatsen was het zand geëffend en was er helmgras geplant. Ook was er orde geschapen bij het plaatsen van strandcabientjes. Het lijkt me dat er een uitbreiding is .
De twee surfersclub hadden al veel bezoekers . Op de verste club waren ze met bulldozers nog het zand bij de waterlijn aan het effenen. Ook werd er volop reclame gemaakt voor take a way dranken en gerechten.

 

duinen zijn geëffend en helmgras werd geplant.
uitbreiding van plaatsing strandcabientjes
al veel volk bij de twee surfersclubs
bulldozers effenen nog het strand

Wij wandelden verder maar tot aan de Haas van Flanagan was deze keer niet de bedoeling. We wilden door de Zwinduinen wandelen om zo tot aan de wandelweg in de Zwinbosjes te geraken.

Ondertussen zagen we héél veel fietsen staan bij een surfclub, was het verboden te zwemmen ( er zijn daar nooit reddingsdiensten )en zijn er veel nieuwe doorgangen gemaakt zodat wandelaars en paarden gemakkelijk naar de zee kunnen gaan. Met de jaren was alles toegegroeid met veel stekelige struiken!

We verlieten de zeedijk en gingen door een draaipoortje de Zwinduinen in. Misschien zagen we de Konik paardjes en de geiten en geitenbokken die daar grazen.
Vriendin was niet zo happig om die beesten te zien en daarenboven weet ik dat ze niet graag door los zand wandelt. Er was gelukkig genoeg mosbegroeiing waar ze kon op lopen.
We liepen we een beetje verkeerd en stapten tot het paadje eindigde bij ondoordringbare struiken . Daar zag ik een paar reuze geitenbokken de lucht in springen om te kunnen knabbelen aan wat groen van struiken. Eerlijk ik durfde niet dichterbij komen en op de foto zie je ze niet zo goed . Toen ze zo hoog sprongen heb ik hun enorme horens gezien en hun lange sik. 
Vriendin was al teruggedraaid en ik ging haar maar vlug achterna. Opeens zag ik een paar Konikpaardjes tussen de duinen uit komen. 
Ik zag een groep wandelaars vanuit de tegenovergestelde richting komen en zij bevestigden dat we langs daar op de wandelweg in de Zwinbosjes geraakten. Midden de Zwinduinen liggen nog veel betonbrokken en stenen van voormalige bunkers die daar overvloedig gebouwd werden tijdens wereldoorlog I

Ik kan enkel zeggen als je de gelegenheid hebt verlaat eens de gewone paden van de zeedijk en de Zwinbosjes en slenter eens door de Zwinduinen. Ik herleef mijn kindertijd want zo was het toen. Er is veel werk gemaakt aan het herstel van de Zwinduinen en lange tijd kon je er niet doorheen wandelen.

steenbrokken van bunkers
Konikpaard

Geitenbokken. Maar ik durfde echt niet dichterbij.

En toen bleek de batterij plat .. maar in elk geval kan ik tonen dat we in de Zwinduinen gewandeld hebben. Je geraakt erin via een draaipoortje en je geraakt er een heel eind verder ook weer uit via een draaipoortje.

Ramskapelle

Behalve een bezoek aan de kerk van Ramskapelle wandelden we ook in het dorp zelf rond.
Ramskapelle is door de fusie in 1971 samen met Westkapelle een deelgemeente geworden van Knokke-Heist . Het telt meer dan 750 inwoners maar dit getal stijgt voortdurend door het bouwen van nieuwe wijken.
In de geschiedenis is Ramskapelle als zelfstandige parochie al terug te vinden in de helft van de 13e eeuw en later werd het bekend door de levering van bakstenen aan de stad Brugge. In de 19e eeuw was er zelfs een baksteenfabriek.
Het ligt tussen Westkapelle en Heist en leunt aan bij de Zeebrugse haven. Het is er in elk geval rustig wonen

Door de hoge prijzen voor bouwgrond in Knokke werd uitgeweken naar westkapelle, Ramskapelle en Heist. Maar door vraag en aanbod is het daar ook al prijzig geworden. en is er ondertussen ook al flink geknabbeld aan het polderlandschap van de deelgemeenten.

klik op de foto’s om ze groter te zien.

Toen we door het straatje rond de kerk liepen zagen we een wegwijzer naar een speelplein. Nieuwsgierig liepen we het pad op en kwamen we uit op een grote speelweide. Met hellingen en paadjes en ook een speelplein om voetbal, basketbal… te spelen, Er was ook een groot bijenhotel en in een afgesloten ruimte stonden twee bijenkorven. Mooi en dit te midden van velden en weiden.

Maar achteraan de parking vlak vòòr de kerk is er ook een klein speelpleintje dat onderhouden wordt door de kerkgemeenschap. Ik herinner me dat ik daar ook nog geweest ben met Sébastien toen hij klein was en dat die op dezelfde tractor heeft gespeeld. Vriendin rustte even uit op zo’n wiegelend speeltuigje.

Het centrum van Ramskapelle is niet groot en we waren er vlug rondgewandeld. We wilden ook een kijkje nemen in de nieuwbouw wijken waar de woningen als paddenstoelen uit de grond rijzen.

Het dorp is de laatste jaren enorm uitgebreid. Vlak naast de pastorie loopt een landweg die op het einde uitkomt op de verbindingsbaan van Westkapelle naar Heist. Op het einde van de muur links( bovenste foto links) zie je de vroegere uitbreiding met talloze ruime woningen. Rechts achter de nadar afsluitingen stap je een recente verkaveling in. Ik keek mijn ogen uit want ik wist niet eens dat er daar zoveel was gebouwd en niet bepaald sociale woningen! De meeste in het wit geschilderd. Het is groter dan het centrum van het oorspronkelijke Ramskapelle.

Na ons bezoek aan de kerk ,en de wandeling naar de speelweide en door de nieuwe wijk en de dorpskern kwamen we terug op de parking gelegen vòòr de kerk. Daar kan je nog gratis parkeren!

Terug op de parking realiseerde ik dat we twee bezienswaardigheden hadden overgeslagen omdat die aan de andere kant van het dorp lagen nl de Molen van Callant ( ik heb die hier toch nog op de foto gekregen)en het For Freedom Museum.
We keken naar elkaar en we zijn in de auto gestapt. 😉
Het was genoeg geweest voor die namiddag. Ik heb vroeger al eens een uitgebreid log gemaakt over dit Museum Lezen? klik dan zeker hier en hier
Het For Freedom museum heeft een ware boost gekregen door de tussenkomst van Kamal Kharmach in de VRT-reeks “Andermans Zaken “ . In Andermans Zaken komt Kamal Kharmach ondernemingen die in moeilijkheden verkeren ter hulp. Hier is dit ook gebeurd en dit heeft een positieve reactie voor dit museum teweeg gebracht. Sedertdien loopt het bezoekers aantal steil omhoog.

Nog een beetje Paassfeer

Toen ik samen met mijn vriendin een wandeling deed in de deelgemeente Ramskapelle hebben we ook een bezoek gebracht aan de St VIncentiuskerk.

Een klein beetje geschiedenis over deze kerk:

“Het oudste deel van de huidige kerk is de toren, die teruggaat tot de 13e of 14e eeuw. Gedurende het laatste kwart van de 16e eeuw werd de kerk grotendeels verwoest tijdens de Godsdienstoorlogen. Tussen 1605-1610 werd de kerk provisorisch in gebruik genomen, definitief herstel volgde 1634-1635. In 1863-1864 werd de kerk vervangen door de huidige, neogotische kerk waarbij de toren bleef gespaard.

Naast de zuidoostelijke steunbeer bevindt zich een schettekot, een houten hok waarin tot in de jaren ’80 van de 20e eeuw dieren geofferd werden ter ere van Onze Lieve Vrouw, d.w.z. bij opbod verkocht. Het schettekot hangt tegen de muur van de kerk rechts naast de ingang. Het is een dubbel houten hok afgesloten met een hekje onder een lessenaarsdak. “

De kerk met een kerkhof errond ligt midden in het dorp . En rondom is er nog een smalle weg waar huizen werden gebouwd. Kerk met ommegang en kapelletjes is een beschermd dorpsgezicht

Vlak vòòr de kerk is de mooie pastorie tot heden nog bewoond. Het hek van de ommuurde kerk stond wijdopen en wij stapten een mooi omzoomde weg met leibomen richting ingang van de kerk. Bloembakken in cortenstaal staan langs weerszijden van het pad. Op het moment zelf gaf ik geen aandacht aan het Schettenkot , maar tussen de bomen vlak voor een persoon die daar bij de ingang van de kerk staat zie je er een glimp van.

De kerk was open en mijn vriendin ging eerst een paar kaarsjes aansteken voor het beeld van Maria. Gezien er maar weinig mensen mogen aanwezig zijn in de kerk werden alle stoelen aan één kant” geparkeerd”. Er werden twee rijen staanders met bloemen neergezet en het geheel gaf een betoverende aanblik. Ook de sobere glasramen zijn mooi om zien.

Rond de kerk is een sober maar mooi onderhouden kerkhof met nog recente graven. Binnen de kerkhofmuur loopt een ommegang met kapelletjes uit het tweede kwart van de 20ste eeuw.

klik op de foto’s om ze groter te zien